Grote broer.
Fedor was maar één jaar en 7 maanden ouder dan ik, hij is altijd mijn grote broer geweest.
In onze jonge jaren waren 19 maanden natuurlijk heel veel. Toen hij al naar de grote school ging zat ik nog niet eens op de kleuterschool. Fedor ging al naar de middelbare school toen ik nog in de vijfde klas zat.
Typisch Fedor de foto hierboven, in de houding en net doen alsof hij een vlag droeg.
Hij was altijd al de ontdekker, “wat zit er achter die deur? Laten we gaan kijken!” Vond ik doodeng, maar met mijn grote broer er bij durfde ik best.
Hadden we in de winter met onze moeder afgesproken dat we thuis moesten komen als de lantarenpalen gingen branden. Toen we eens in de zomer maar gewoon doorgingen met spelen, we waren nogal ver van huis gedwaald, dachten we pas heel laat er aan dat we ook nog wel eens naar huis moesten. Kwamen we na acht of negen uur pas thuis, was moeder natuurlijk ontzettend kwaad. Hoe komen jullie erbij zo laat thuis te komen, zes uur eten we en dan moeten jullie thuis zijn!!
Dacht ik: nu zijn we de sigaar dit wordt echt straf. Zij Fedor: nee hoor we zijn op tijd. We hadden afgesproken dat we thuis zouden komen als de lantarenpalen gaan branden en die branden nog steeds niet! Ging ma gewoon eten opwarmen en kregen we niet eens straf!
Fedor had altijd een antwoord en voor mij leek het alsof hij nooit bang was. Achter zijn rug kon ik me wel verstoppen! Ook met contacten leggen was Fedor goed, hij maakte makkelijk vrienden en nam ook regelmatig vrienden mee naar huis.
Puberen
Later in onze pubertijd mocht ik vaak gewoon meedoen, Fedor maakte de contacten en ik ging mee naar de vrienden en feesten. Een fijne tijd, spannend ook het was de opkomst van de soft drugs en daar maakte we beide mee kennis. Fedor en zijn vrienden wisten de adresjes en daar kochten we dan een paar gram.
Op een dag vroeg onze vader wat dat toch wel was dat spul dat we rookten. Hij wilde het ook wel eens proberen. Eerst vonden we dat wel raar maar hij drong aan, hij wilde het echt eens proberen! Zo gezegd zo gedaan. We kochten wat hashis en met een paar vrienden samen in de woonkamer rolden we een joint.
Pa roken, wel goed inhaleren hoor! Maar pa merkte er niet van zei hij. “Ik begrijp niet wat jullie hier aan vinden, je gaat alleen maar hoesten en krijgt pijn in je keel. Dit hoeft voor mij echt nooit meer.” “Wat is het hier trouwens warm he? Hebben jullie gezien hoe mooi blauw de lucht is vandaag? Mooi toch! Wie heeft er zin in een koekje? Er staat een hele trommel tast maar toe!. En wij een plezier, pa was onder invloed van de joint, maar hij had het zelf niet door! Later bleek dat verschillende vrienden het zelfde met hun ouders mee hadden gemaakt.
Theo / Fedor.
Ergens in zijn pubertijd besloot Theo zoals wij hem tot dan kende dat hij een andere voornaam wilde. Voortaan mochten wij hem Fedor noemen.
Ik vond dat maar niks, mijn broer heette Theo en geen Fedor! Ik bleef hem dus ijzerenheinig “gewoon”Theo noemen. Theo maakte daar geen moeilijkheden over, als ik hen Theo noemde reageerde hij gewoon en zij nooit dat hij Fedor genoemd wilde worden. Ik heb hem ook wel gevraagd waarom hij Fedor als naam had gekozen. “Komt het van Fedor den Hertog? (toen een bekende wielrenner) vroeg ik. Ja zo iets, zei hij dan. Ik heb nooit uit hem gekregen hoe hij op die naam is gekomen. Maar aan iedereen bleef hij zich als Fedor voorstellen. Na een paar jaar moest ik gaan uitleggen waarom ik Fedor toch steeds Theo noemde. Dat werd mij toch echt te veel moeite en na een jaar of twee ben ik ook overstag gegaan en noemde hem ook maar Fedor.
Over overstag gaan gesproken, dat is een term die ik van Fedor heb geleerd:
Zeilen.
Door Fedor heb ik de wereld van het water leren kennen.
Aan het eind van de lagere school heeft hij op de sloterplas een cursus zeilen gevolgd. Hj leerde dat in een Vaurien, een klein maar snel open zeilbootje.
Vanaf die tijd was hij en door hem ik ook verknocht aan zeilen.
In weekenden en in de vakanties fietsten we naar de Loosdrechterplassen. Daar was een zeilbotenverhuurder “Bon” die goedkoop zeilboten verhuurde. Hij verhuurde zogenaamde 16m2 of vergrootte BM ers. Dat waren houten zeilboten, die hun beste tijd wel achter zich hadden. Maar het waren logge langzame boten en om het zeilen te leren niet eens slecht. Je moest heel erg je best doen om ze schuin te leggen en omslaan was met die logge boten bijna onmogelijk.
Samen leerde we steeds beter zeilen. Door zijn cursus wist Fedor, hoe het moest.
Overstag gaan (dat is tegen de wind in kruizen) ging als volgt:
Klaar om te wenden!
Fok los!
Ree!
Over!
Aanhalen!
De schipper van de boot was per definitie de baas en het fokkemaatje (ik dus) moest zijn commando’s uitvoeren. Fedor heeft me gedrild, tot ik de manoeuvre zonder nadenken kon uitvoeren.
Het eerste jaar gingen we ook met zo een open boot op vakantie, tentje mee, slaapzakken en meer hadden we eigenlijk niet nodig. We gingen het eerste jaar zelfs met die open boot het Ijselmeer op. Vonden we de gewoonste zaak van de wereld. Achteraf vonden we het eigenlijk ook wel wat te gevaarlijk. Het volgende jaar huurden we daarom een kajuitjachtje, veiliger en vooral comfortabeler. Jarenlang hebben we bijna elke zomer vakantie wel een week of soms zelf twee een zeiljacht gehuurd. Meestal zeilden we dan op de Friese meren en op het Ijselmeer. Een jaar hebben we zelfs op de wester schelde en op de Noordzeee gezeild.
Elke zeilvakantie weer begon met een dag woordenwisseling of zelfs ruzie. Fedor en ik wilde alle twee bepalen waar we naar toe gingen en hoe we zeilden. We wilden gewoon de baas zijn en de ander zeggen wat hij moest doen. Maar wij accepteerden dat niet van elkaar! Het resultaat was ook elke vakantie weer hetzelfde, na een tijdje spraken we af dat diegene die aan het roer zat het voor het zeggen had. Een afspraak die op elke zeilboot geld, maar wij moesten het elk jaar weer opnieuw afspreken. Zo gaat dat tussen broers.
Later werden ook andere vrienden uitgenodigd om mee te zeilen, konden we dus steeds grotere zeiljachten huren. Vastraken hoorde er zo een beetje bij, dat gebeurde elke vakantie wel een keer. Vooral op de Friese meren kon je “heerlijk” in die vette modder vastraken. Gebeurde ook een keer toen we met vrienden een vrij groot jacht hadden gehuurd. Weer vast! Fedor en ik keken elkaar eens aan, dichtbij lag een boei. Ik gebaarde dat ik wel even overboord zou stappen om een touw om die boei te gooien. (Voor ons was dat normaal, als je vast licht is het niet diep dus kan je op de bodem lopen.) Ik stapte overboord, Fedor gooide me een touw toe en ik liep naar de boei. De anderen wisten niet wat ze zagen, hij verdrinkt! Vooral Rob Blomjous raakte behoorlijk in paniek. Jaren Later had hij het er nog over.
Ruzie?
Fedor en ik discussieerde vaak, over van alles en nog wat. Voor ons was dat gewoon. We waren het niet met elkaar eens en dat moest dus uitgesproken worden. Deden we dus uitgebreid en gepassioneerd, voor al in onze jongere jaren (rond 20-30 jaar). Het is ons heel wat keren overkomen dat wij “gewoon”aan het discussiëren waren en dat toeschouwers dachten dat we ruzie hadden. Waarom zijn jullie zo boos hoorden we dan. Keken wij verbaast op en antwoorden soms zelfs gelijk: “boos? We zijn gewoon aan het praten, niets aan de hand hoor!”
Kreeg ik altijd wel een vrolijk gevoel over. Fedor en ik echt ruzie maken, dat kwam maar heel weinig voor. Waar het op neer kwam was dat we in die tijd zo met elkaar vertrouwd waren dat we (bijna) alles tegen elkaar konden zeggen. Het gevoel dat we bij elkaar hoorden werd daar niet minder om.
Bipolair.
Wij komen uit een erfelijk met bipolariteit belaste familie, Ton heeft daar ook het nodige over geschreven. Vooral voor mijn moeder was dat heel erg zwaar. De heren psychiaters gingen er in die jaren vanuit dat de oorzaak in een verkeerde moederbinding lag. Nu weten we dat dat grote onzin is, maar onze moeder heeft daar veel last van gehad, voelde zich zelfs schuldig.
In mijn relatie met Fedor was dat nooit een echt punt. We bleven gewoon broers. Was hij weer eens opgenomen dan zocht ik hem op en het viel vaak wel zo te regelen dat ik ook buiten de bezoek-uren bij hem bleef. Ben ook wel eens met hem mee geweest naar een psychiater toen hij was opgenomen in de Valerius kliniek. Ik dacht dat dan wel belangrijke zaken besproken zouden worden. Bleek dat het ging om de douche tijden, Fedor douchte zich op ongebruikelijke tijden. Dat kon echt niet! Hij moest zich aanpassen aan wat normaal was!
Eigenlijk ben ik ontzettend trots op wat Fedor met die ziekte in zijn leven heeft bereikt! Hij heeft een HBO studie afgerond. Daarna heeft hij als computer deskundige bij verschillende instituten gewerkt. Bij het huisartsen onderzoeks instituut en als laatse bij de universiteit van Utrecht. Toen hij daar werd uitgekocht is hij voor zich zelf begonnen. Verschillende pogingen, lukten niet echt. Met Quyen is hij tenslote een zeilmakerij en import van biminis begonnen.
Illustratief hoe bijzonder het was dat hij met die ziekte toch kon studeren, werken en relatief normaal functioneren was voor mij een gesprek met een psychiater die ik tegenkwam toen Fedor overspannen uit Cuba (Venezuela) terugkwam. Hij had in het buitenland al doorgekregen dat het niet goed ging. Daarom had hij zijn behandelaar bericht gestuurd met het verzoek hem op te vangen als hij terug kwam op schiphol. Hij wilde zelf zo snel als mogelijk opgenomen worden. Zijn behandelaar had hem verzekerd dat hij aan de dienstdoende (rijdende) dokter zou doorgeven wat er aan de hand was, zodat hij snel kon worden opgenomen en niet het hele circuit afleggen. Toen hij eenmaal in Nederland terug was, bleek dat dat een loze belofte was. Er was niets geregeld en Fedor mocht toch weer door het normale proces. Toen hij eenmaal in noodopvang zat had hij een gesprek met een jonge psychiater. Later werd ik er ook bij betrokken en had een gesprek met die arts. Hij vertelde dat Fedor niet meer wist wat werkelijkheid en fantasie was. Fedor had hem namelijk verteld dat hij al verschillende malen psychotisch was geweest, maar dat hij tussendoor een HBO studie had gevolgd en daarna verschillende MBO/HBO functies had vervult. Deze jonge psychiater wist zeker dat dat allemaal uit Fedor zijn wanen voorkwam. Iemand die eenmaal psychotisch was geweest kon nooit meer een normale studie volgen, laat staan gewoon werken. Kon ik hem wellicht vertellen hoe Fedor werkelijk leefde? Toen ik hem vertelde dat het allemaal klopte, keek hij mij aan alsof ik ook aan wanen leed. Hij wist toch zeker, had hij op school geleerd dat… Zijn wereld stond op de kop. En ik was trots op mijn broer!
Een Gezin!
Na een paar relaties kwam Fedor op vakantie in Vietnam een jonge vrouw tegen. Opeens kregen wij een mailtje met een kaartje. Bleek Fedor getrouwd! Ik dacht eerst: wat nu? Ik weet van niks, wat gebeurt er nou?
Maar het bleek de beste beslissing in zijn leven te zijn. Quyen was Fedor zijn echte grote liefde. Fedor bewonderde Quyen. Hij vertelde mij dat zij hem goed begreep. Hij luisterde ook echt naar haar.
Samen hebben ze ook twee prachtige kinderen gekregen. Dat had Fedor, en dat had ik nooit meer verwacht, dat hij zo laat in zijn leven dit geluk nog mocht vinden.
Het rijtje van de drie broers werd nu echt mooi: de jongste broer het eerst getrouwd en met nageslacht. De oudste broer het laatst getrouwd en kinderen. De middelste broer daar tussen in.
Zo zie je maar, Mulders doen het nooit gewoon, zoals iedereen verwacht.
Afscheid.
In 2017 was het opeens afgelopen. Nadat de doktoren er uiteindelijk achter kwamen wat Fedor had, duurde het nog maar een paar maanden.
Veel te snel opeens.
Quyen, Vincent, Alexander, ik ben blij dat ik jullie in mijn leven heb ontmoet.
Jullie zullen altijd in mijn hart blijven. In mijn huis ben je altijd welkom! Altijd!